Tekst invoeren met behulp van het toetsenblok op het bedieningspaneel
U kunt tekst of symbolen invoeren met behulp van het toetsenblok op het
bedieningspaneel.
Tekst invoeren
1.
Druk op het toetsenblok op de cijfertoetsen die overeenstemmen met de letters van
een naam. De letters a, b en c komen bijvoorbeeld overeen met cijfer 2, zoals
hieronder is weergegeven.
Tip
Druk een knop meerdere keren in om de beschikbare tekens te bekijken.
Afhankelijk van uw taalinstelling en uw instelling voor land/regio zijn er mogelijk
andere tekens beschikbaar naast de tekens die op het toetsenblok worden
weergegeven.
2.
Zodra de juiste letter verschijnt, wacht u tot de cursor één positie naar rechts is
verplaatst of drukt u op . Druk op het cijfer dat overeenkomt met de volgende letter
in de naam. Druk meerdere malen op de toets, totdat de juiste letter wordt
weergegeven. De eerste letter van een woord wordt automatisch met een hoofdletter
weergegeven.
Een spatie, pauze of symbool invoeren
▲
Druk op Ruimte om een spatie in te voegen.
Druk op Opnieuw om een pauze in te voeren. Er verschijnt een streepje in het
nummer.
Als u een symbool wilt invoeren, zoals @, drukt u herhaaldelijk op de knop
Symbolen om door de lijst met beschikbare symbolen te bladeren.
sterretje (*)
minteken (-)
ampersand (&)
punt (.)
schuine streep (/)
haakjes ( )
afkappingsteken (')
is-teken (=)
andrieskruis (#)
at (@)
liggend streepje (_)
plus-teken (+)
uitroepteken (!)
puntkomma (;)
vraagteken (?)
komma (,)
dubbelpunt (:)
procentteken (%)
tilde (~)
Een letter, cijfer of symbool verwijderen
▲
Als u een fout maakt, drukt u op om de fout te wissen en het juiste teken in te
voeren.
Als u klaar bent met het typen van tekst, drukt u op OK om de tekst op te slaan.
Hoofdstuk 3
14
Overzicht HP All-in-One